Geteeld op de rug van de boeren
Meer dan 8 kilo. Zoveel chocolade eet en Belg per jaar. Niet mis voor de combinatie van cacaobonen en suiker. Toch smaakt niet alles zoet in cacaoland.
Rituelen en ceremonies
Achtergebleven residuen in een drinkkommetje leiden ons naar 1800 voor Christus. De eerste cacaogebruikers waren de Olmeken. Na hen namen de Maya’s het over. Zij gebruikten cacao in hun rituelen en ceremonies. Ze ontdekten een manier om de cacaobonen te fermenteren en maakten er een bitter, gekruid drankje van. Het had nog niets te maken met de zoete lekkernij die wij nu kennen als chocolade.
Eens de cacao zijn intrede deed is de oude wereld, werd al snel suiker toegevoegd en evolueerde het bitter cacaodrankje naar de chocolade die wij dagelijks consumeren.
Van cabosse tot reep (summier)
Om van de cacaocabosse aan de boom een reep chocolade te maken, moet er heel wat gebeuren. Eerst worden de vruchten open gekapt, de bonen eruit gehaald en is bananenbladeren verpakt om zo enkele dagen te fermenteren. Na de fermentatie legt men de bonen in de zon te drogen. Van hieruit gaan de cacaobonen naar de verwerkingsbedrijven die spijtig genoeg zelden in het Zuiden gevestigd zijn.
Eens schoongemaakt gaan de bonen de ovens in om geroosterd te worden, zodat de schilletjes loskomen van de cacaokernen. Tijdens het roosteren ontwikkelen zich de typische chocolade-aroma’s. Om de kernen over te houden, worden de bonen gebroken. Ze vallen uiteen in de schilletjes en ‘nibs’. De nibs of kernen worden gemalen tot cacaomassa. Wanneer we de cacaomassa onder hoge druk persen krijgen we cacaopoeder en cacaoboter.
Dan wordt het tijd om aan chocolade maken te denken. Voor donkere chocolade hebben we enkel cacaomassa, cacaoboter en suiker nodig. Voor melkchocolade wordt daar nog melkpoeder aan toegevoegd. Witte chocolade ten slotte bestaat uit cacaoboter, suiker en melkpoeder.
Problemen in het paradijs
Weinig consumenten staan stil bij de lange weg die de cacaoboon aflegt voor ze aan haar einde komt in een reep chocolade. Laat staan dat er veel nagedacht wordt over de boer in het Zuiden die er voor zorgt dat de cacaoboom groeit en bloeit zodat we kunnen blijven genieten van onze dagelijkse westerse gewoonte “chocolade eten”. Aangezien cacao enkel in de tropen groeit en de vraag in het Noorden zo groot is, zou je kunnen denken dat de cacaoboren net geen standbeeld krijgen van ons, Westerse consumenten. Ze moeten toch steenrijk zijn? Niets is minder waar. Cacaoboeren verdienen amper hun brood met hun oogst. Zonen van cacaoboren zoeken alternatieven voor de cacaoteelt omdat ze geen toekomst zien in het werk van hun vaders.
Onder de prijs
Door de extreme machtsconcentratie in de cacaoketen, zijn de boeren volledig afhankelijk van de beslissingen van de opkopers die langskomen. Ze bevinden zich niet in een positie waarin ze kunnen onderhandelen over prijzen of hoeveelheden. De gefermenteerde en gedroogde cacaobonen blijft niet eeuwig goed en de boer heeft geld nodig voor zijn levensonderhoud. Wanneer er dus één opkoper verschijnt, kan de boer vaak niet wachten op andere opkopers. Zelfs bij opgelegde minimumprijzen zoals in Ivoorkust, ziet het er niet altijd rooskleurig uit. Iedereen is verplicht de minimumprijs aan de boeren te betalen, zowel de opkoper als de coöperatie. De coöperaties vervoeren de cacao zelf naar de haven. Daar heerst een hogere minimumprijs, maar de coöperatie moet al heel efficiënt werken om met deze marge de kosten voor vervoer en opslag te betalen. Bovendien wordt er in de haven veel minder gecontroleerd en dwingen de opkopers de coöperaties te verkopen onder de minimumprijs omdat er aanbieders genoeg zijn om uit te kiezen.
Fundamentele veranderingen nodig
Minder boeren die cacao aanplanten, gecombineerd met ouder wordende plantages, dat leidt tot paniek. Want minder cacao betekent minder chocolade. En dat willen we niet. Er moet dus dringend ingegrepen worden.
Wat veel bestaande duurzaamheidsprogramma’s proberen, is de productiviteit verhogen. Meer cacao produceren moet leiden tot meer inkomsten. En vooral tot voldoende chocolade voor de fijnproevers in het Noorden. Dit is het cynisme voorbij. We moeten stoppen met enkel naar onszelf te kijken. Want laten we wel wezen, een stijgende productiviteit vloeit vanzelf wel voort uit een betere boerenleven. Als we de markt gezond maken, en de boeren in een evenwichtige relatie kunnen onderhandelen over de prijs van hun noeste arbeid, wees dan maar gerust dat er weer boeren zullen opstaan die met plezier cacao produceren.
meer over cacao: oxfamwereldwinkels.be/cacao